zondag 6 juli 2008

Bewoners Uruzgan niet blij met ISAF: “Explosieve situatie tussen burgers van Uruzgan en de NAVO-troepen”

“De situatie tussen de inwoners van Uruzgan en de NAVO-troepen is explosief is.” Dat meldt de Belgische krant Het Belang van Limburg. De bevolking voelt zich onder meer onveilig en vindt dat er een slecht bestuur heerst.

Vergeleken met de inwoners in de rest van Afghanistan staan de bewoners van de zuidelijke provincie Uruzgan erg negatief tegenover de internationale troepenmacht ISAF.

Vrijdag meldde de Nederlandse krant De Volkskrant al ongeveer hetzelfde. De krant schreef dat het onderzoek is uitgevoerd door de NAVO zelf en dat het geheim zou zijn.

Op al de vragen die aan de inwoners in Uruzgan werden gesteld scoorde de provincie het slechts in de houding tegenover de aanwezigheid van de buitenlanders vergeleken met de andere provincies, aldus Het Belang van Limburg.

De bevolking van Uruzgan voelt zich onveilig en is van mening dat er een slecht bestuur is in de regio. De bewoners van de provincie zijn er verder van overtuigd dat de Taliban er meer macht en invloed hebben dan de plaatselijke bestuurders.

De commandant van de Nederlandse troepen, kolonel Richard van Harskamp, beweert dat de situatie niet zo ernstig is als uit de enquête blijkt.

De uitkomst van het onderzoek lijkt haaks te staan op uitlatingen van Nederlandse politici die voor de missie zijn en legercommandanten die altijd beweren dat de bevolking van de arme provincie blij is met de ISAF. Dat blijkt dus niet zo te zijn.

Nederland leidt het ISAF Provinciaal Reconstructie Team in de provincie en krijgt daarbij hulp van Australië. Er zijn ongeveer 1.650 Nederlanders in Afghanistan gestationeerd en 1.100 Australiërs.

Verder zijn er in Uruzgan Amerikanen van de internationale coalitie actief.

vrijdag 19 oktober 2007

Merendeel Afghanen steunt aanwezigheid van ISAF

De meeste Afghanen staan achter de aanwezigheid van de ISAF-troepen van de NAVO in hun land. Ze zien graag dat de militairen blijven om de Taliban verder te bestrijden. Dit heeft een opiniepeiling in opdracht van enkele Canadese media uitgewezen.

De resultaten van het onderzoek werden vrijdag bekendgemaakt. Het onderzoek gaf aan dat 60 procent van de bevolking van Afghanistan de buitenlandse troepen steunt. Slechts een kleine groep van 16 procent was tegen hun aanwezigheid en 22 procent was neutraal.

Ruim 40 procent wil dat de troepen blijven zo lang als nodig is om de Taliban te bestrijden.

Voordat het Taliban-bewind van Mullah Mohammad Omar eind 2001 door een coalitie die werd geleid door de Verenigde Staten omver werd geworpen, heerste er een bloedige burgeroorlog in het land.

In 1994 hadden de Taliban de controle gekregen over de zuidelijke stad Kandahar vanwaar ze hun macht steeds verder over Afghanistan uitbreidden. In 1996 veroverden ze de hoofdstad Kabul en rond de eeuwwisseling hadden ze vrijwel heel Afghanistan in handen.

Alleen in het noorden van het land waren er nog enkele krijgsheren die zich wisten te verzetten tegen de Taliban.

Na de aanvallen op Amerika van 11 september 2001 vroegen de VS de uitlevering van het vermoedelijke brein achter de aanslagen, de oorspronkelijk uit Saudi-Arabië afkomstige Osama bin laden, die op dat moment in Afghanistan verbleef.

De Taliban weigerden echter om Bin Laden uit te leveren, waarna de VS een verbond sloot met de krijgsheren uit het noorden van het land die zich hadden verenigd in de Noordelijke Alliantie.

Het Taliban-bewind was binnen enkele maanden uit het zadel geworpen, maar de afgelopen twee jaar hebben de Taliban zich gereorganiseerd en zijn ze in opstand tegen de regering in Kabul en de aanwezigheid van buitenlandse troepen in het Aziatische land.

Dit jaar zijn er volgens de Verenigde Naties al meer dan 5.000 mensen omgekomen door gewelddadigheden die in verband staan met deze opstand.

Maar verslaggevers en waarnemers denken dat als de buitenlandse troepen Afghanistan verlaten, de Taliban weer de controle over het land kunnen krijgen en opnieuw hun strenge islamitische wetgeving invoeren en een schuilplaats gaan geven aan terroristen.